Groot zeegras

De Waddenvereniging en Rijkswaterstaat zijn begonnen met een experiment om zeegras (Zostera marina) terug te laten keren in de Waddenzee. Deze waterplant is in de jaren dertig van de vorige eeuw verdwenen uit de hele Waddenzee, voornamelijk als gevolg van de samenloop van vervuiling, de aanleg van de Afsluitdijk en een vervelende schimmelziekte (Labyrinthula macrocystis). Ziekten weten altijd toe te slaan als organismen verzwakt zijn. Je zou je dus ook kunnen afvragen of dit experiment niet vooral een actie is om extra aandacht aan de Waddenzee te schenken en dat het groot zeegras opnieuw ten dode is opgeschreven.

Groot zeegras wortelt met een wortelstok van tenminste 2 millimeter dik en heeft bladeren die meer dan een meter lang kunnen worden. Omdat de plant geheel onderwater groeit en bloeit, vindt ook de bestuiving onder water plaats.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Zostera, komt van het Griekse woord zoster wat 'gordel' betekent en verwijst naar de bloeiwijze. Het tweede deel, marina, moet u bekend voorkomen want op school het u op de Franse les vast geleerd dat het woord mer hier 'zee' betekent. Verder weg in de tijd gebruikte de Romeinen het woord mare. Wij kennen het natuurlijk nog in de vorm van 'maritiem'.

Groot zeegras hoort in zeewateren van het hele noordelijk halfrond voor te komen, maar heeft in onze contreien behoorlijk in de problemen gezeten. Ondertussen is deze plant teruggekeerd in Duitse en Deense delen van de Waddenzee, terwijl dat bij ons deel niet is gebeurd. Vreemd? Niet echt want groot zeegras houdt van helder en schoon water. Kennelijk is de kwaliteit van het water in de Waddenzee nog niet van voldoende kwaliteit. Groot zeegras wordt een belangrijke graadmeter voor de ecologische toestand van getijdegebieden genoemd, maar dat betekent toch dat die toestand hier nog niet optimaal is? In zeegrasvelden leven diverse organismen die de plant als voedsel of bescherming gebruiken.

Groot zeegras, vroeger wier genoemd, was ooit van grote economische betekenis. Het werd gebruikt om dijklichamen te verstevigen. Later werd het toegepast bij de productie van papier en als dakbedekking. Als vulmateriaal voor kussen en matrassen bleef het gewas tot in de 20ste eeuw van betekenis. Het geoogste groot zeegras moest eerst van al zijn zout ontdaan worden door het wekenlang te weken in zoet water. Daarna moest het nog op weilanden te drogen worden gelegd voordat het bruikbaar was voor allerhande toepassingen. De wortelstokken en de onderste stukken van de bladscheuten zijn eetbaar, maar dat werd slechts in tijden van grote armoede gedaan.