Zeevenkel

Zeevenkel (Crithmum maritimum) behoort tot schermbloemenfamilie (Umbelliferae), een familie die als gemeenschappelijk naamgevend kenmerk hebben dat ze bloemen hebben die op een soort parasol of scherm lijken. Zeevenkel maakt zijn familie niet tot schande want ook deze plant heeft zo'n bloemvorm. Het is een vlezige en vaalgroenig gekleurde plant met smalle bladeren met kleinere deelblaadjes en geelgekleurde bloemetjes. Wanneer hij zijn best doet kan hij tot 50 centimeter hoog worden. Zeevenkel is een kustplant van het Middellandse Zee-gebied, het Zwarte Zee-gebied, de Canarische eilanden en West-Europa. In Nederland was zij een onbekende verschijning die hier pas rond het jaar 1900 opdook. Van nature is zeevenkel een rotsplant en het is aan het gebruik van basalt in onze zeeweringen te danken dat zij zich hier een standplaats kon verwerven.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Crithmum, is afgeleid van het Griekse woord krith dat 'gerst' betekent. Krith is zelf weer afgeleid van het wat oudere woord krino dat 'aar' betekent. Het beschrijft de vorm van het zaad. Het tweede deel, maritimum, afkomstig van mare, betekent ook hier weer 'zee'.

Zeevenkel heeft stikstof nodig om te kunnen overleven. Omdat dijklichamen uiteraard zelf geen voedingsstoffen doorlaten is zeevenkel afhankelijk van aangespoeld zeewier dat in de naden van de basaltblokken blijft vastzitten en daar tot ontbinding overgaat. Zelfs uit op- en overspattend zeewater weet zeevenkel nog wat voedingsstoffen weg te vissen. De plant kan ook overleven doordat het stevige zoutwisselingen kan doorstaan. Bij droge zomerse periodes kan het zoutgehalte in de kieren namelijk behoorlijk oplopen want zeewater spat er wel in, kan er niet uit en water verdampt waardoor zout overblijft.

In Engeland leveren de beroemde krijtrotsen van Dover voor zeevenkel perfecte omstandigheden op en in de The Tragedy of King Lear beschrijft William Shakespeare de gevaren van het oogsten van zeevenkel op die steile kliffen: 'Half-way down, Hangs one that gathers samphire; dreadful trade!'  ofwel 'Halverwege hangt iemand die zeevenkel oogst; vreselijke beroep' Tegenwoordig is zeevenkel zelfs daar zeldzaam geworden.

Zeevenkel werd geoogst omdat het een eetbare plant is, waarvan de bladeren een heerlijke pittige en kruidige smaak hebben. Ze kunnen voor allerlei salades gebruikt worden. Ook de jonge bloemknoppen, bloemen en zaadpeulen zijn eetbaar. Zelfs de stengels worden soms gekookt en gegeten als ziltsmakende asperges. In datzelfde Engeland dacht men vroeger dat ingemaakte zeevenkel kon helpen tegen indigestie, maar veel aannemelijker is dat de gebruikte azijn en kruiden voor dat effect verantwoordelijk waren.

Ook op de niet vervuilde zeedijken van Vlieland en Harlingen wordt zeevenkel hier en daar ook aangetroffen. Eten doen we ze hier vrijwel niet.