Wilde asperge

Wie kent niet de asperge, die als een delicatesse op menige menukaart van restaurants prijkt. Die groente wordt in ons land voornamelijk in zuidelijke provincies verbouwd omdat die streken zowel als de warmste als de droogste gelden. Zijn wortels stonden oorspronkelijk in de Kaukasus, het gebergte waar Turkije, Iran en Armenië hun grenzen delen.

Laat je de asperge echter met rust dan zal hij uitgroeien tot een doffe donkergroen gekleurde hoge tot zeer hoge struik met vele vertakkingen. Uiteraard komt deze ook weer verwilderd voor en is dan voornamelijk aan te treffen in bermen, verstoorde terreinen en langs rivieren. Die versie noemen we de tuinasperge (Asparagus officinalis officinalis).

In de duinen van vrijwel alle Waddeneilanden kan ook een andere ondersoort worden aangetroffen, de liggende asperge (Asparagus officinalis prostratus) en die kenmerkt zich doordat de stengel nét boven de grond een knik zal maken, waardoor de rest van de plant ligt of zich hoogstens aan de top wat probeert op de richten. Vaak heeft deze variant een opvallend blauwachtige tint. Door zijn afwijkende vorm blijkt de liggende asperge natuurlijk een stuk kleiner dan zijn broertje, maar kan bijna even omvangrijk worden. Men denkt dat de liggende asperge gezien moet worden als een échte wilde asperge.
[Foto: wildlifeinsight.com]
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Asparagus, is een bron van strijd onder wetenschappers: het zou volgens sommige afkomstig zijn van het Griekse woord sparasso (‘ik verscheur’), wat zou slaan op de krachtige stekels bij een aantal soorten. Volgens andere komt het van een ander Grieks woord sparagoo (‘tot barstens toe gevuld zijn’), vanwege de vlezige spruiten. De echte oorsprong van de naam moet echter verder weg gezocht worden, want in het Perzisch en het Arabisch was esferâj de naam voor asperge. Nog verder weg in de geschiedenis was spareǧa in het Avestaans (een vergeten taal in Iran) een voor woord ‘spruit’. Het tweede deel, officinalis, is verwant aan het huidige Engelse woord office en was in het Latijn een woord voor ‘handelshuis voor geneeskrachtige planten’. In het derde deel, prostratus, is afgeleid van het Latijnse prostrates van pro 'voor' en sternere ‘uitspreiden’. Sommige gelovigen werpen zich op de grond in de kerk om liggend hun god of afgodsbeeld te aanbidden. Zij liggen dan prostraat.

De asperge werd door de Grieken en Romeinen zeer gewaardeerd als groente, maar met de val van het Romeinse Rijk verdween ook de asperge van het menu in geheel Europa. Het is een teken dat de ineenstorting meer dan alleen militair was; hele beschavingen verdwenen en de duistere Middeleeuwen begonnen direct daarna. De asperge was echter door de Moren niet vergeten en die brachten hem met hun veroveringstochten weer naar Spanje.

Het vreemde uiterlijk van de asperge heeft ook te maken met zijn zoutminnende eigenschappen en het is dus geen wonder dat hij zich thuis voelt op de Waddeneilanden.