Zeesla

Sonja Bakker zegt dat sla gezond is en dus is het zo. Niet iedere sla is echter zo gezond want Jan Wolkers schreef ooit een heel boek over gifsla (Lactuca virosa). Zeesla (Ulva lactuca) is, zoals de geslachtsnaam al aangeeft, geen familie van de normale sla en dat klopt want zeesla is een wier.

Het gebied dat de overgang vormt tussen diepzee en wat ondieper kustwater is het domein van de zeesla. Zeesla is een vasthoudend wier want hij probeert zich aan een stevige ondergrond vast te klampen. Stenen zijn favoriet, maar ook schelpdieren zijn goed genoeg voor dit eenjarig groenwier. Op het eerste gezicht lijkt zeesla inderdaad verdacht veel op de normale sla, maar dat is slechts een truc van de natuur om via verschillende routes toch dezelfde oplossing te vinden. Zeesla heeft dunne bladeren, die wel 45 centimeter lang kunnen worden.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Ulva, is hoogst onzeker, maar de meest waarschijnlijke verklaring is dat het afkomstig is van het nog steeds in Schotland gesproken Gaelisch. Daar betekent ullamh-àth (uitgesproken als 'ooliv ah') zoiets als 'veilige (doorwaadbare) doorgang' en dus een plaats waar wier zal groeien. Het tweede deel, lactuca, is afkomstig van het Latijnse woord lac dat 'melk' betekent.

Natuurlijk werd zeesla in vroeger tijden als veevoer gebruikt, maar zeesla is zeker ook voor menselijke consumptie geschikt en zijn populariteit is de laatste jaren behoorlijk aan het stijgen. Het is dan ook behoorlijk gezond omdat het boordevol vitamines en mineralen blijkt te zitten. Langs de hele Noordzeekust wordt zeesla tegenwoordig weer op het menu gezet. Pluk de zeesla als de bladeren nog felgroen van kleur zijn. In een salade geeft het een ziltige bijsmaak, maar ook in een combinatie met spinazie of witte kool blijkt het voor de meeste mensen een openbaring te zijn.

Toch moet er een beetje opgepast worden. Omdat het een eenjarig wier is sterven alle wieren ook gelijktijdig af. In Frankrijk spoelen jaarlijks in de nazomer een paar duizend ton zeesla aan en boeren gebruiken dat daar al eeuwenlang om hun land mee te bemesten. Het probleem is echter dat dat aangespoelde wier snel gaat rotten als het uit het water komt en daarbij komt het giftige zwavelwaterstof vrij. Op het strand van Bretagne komt in sommige jaren zoveel wier aan wal dat het niveau van dit zwavelwaterstof zelfs een dodelijk niveau bereikte waarbij een slachtoffer te betreuren viel.

[Update]
Alginaat is een polysaccharide dat uit zeewier kan worden geproduceerd. Het is een soort verdikkingsmiddel en samen met water vormt het een soort gel. Die alginaat hebben wetenschappers van de Universiteit van Kopenhagen in een pil gestopt en men heeft een onderzoek [1] verricht naar de effecten van deze alginaatpil op mensen met overgewicht.

De studie duurde twaalf weken en na die periode werden de deelnemers van het onderzoek opnieuw gewogen. Het bleek dat ze gemiddeld 1.7 kilo waren kwijtgeraakt ten opzicht van het begingewicht. Het gewichtsverlies bleek voor het grootste deel het gevolg te zijn van vermindering van het vetpercentage. Men denkt dat de alginaat in de darmen wel eens kon zorgen voor een verbeterde productie van bifidobacteria en kortketenig vetzuur.

De onderzoekers merkten voorzichtig op dat alginaat een mogelijk middel kon zijn om bij obese mensen op een gezonde manier voor gewichtsverlies te zorgen. Toch zijn er nog wel zaken waar aandacht aan besteed zou moeten worden: omdat alginaat van zeewier gemaakt wordt zit er nogal wat zout in verborgen. Daardoor hadden deelnemers, die de placebopil hadden geslikt, nadien een lagere bloeddruk.

Toch is het een hoopvol onderzoek waaruit blijkt dat het consumeren van zeewier nog gezonder is dan men al dacht.

[1] Jensen et al: Effect of alginate supplementation on weight loss in obese subjects completing a 12-week energy-restricted diet: a randomized, controlled trial in American Journal of Clinical Nutrition - 2012