Zilte schijnspurrie

Het geslacht schijnspurrie is nauw verwant aan het geslacht spurrie. In tegenstelling tot de 'echte' spurrie hebben schijnspurries als kenmerk dat de steunblaadjes van twee tegenover elkaar staande bladeren twee aan twee vergroeid zijn tot een smalle driehoekige schub. De zilte schijnspurrie (Spergularia salina) is een klein eenjarig plantje met een slanke penwortel en heeft een roze, roze met witte of soms witte bloemkroon. Kleinere exemplaren hebben nog de kracht om rechtop te blijven staan, maar de grotere hebben liggende stengels, die zich stervormig kunnen uitspreiden. De zilte schijnspurrie is zo slecht van zijn broertje, de rode schijnspurrie (Spergularia rubra) te onderscheiden dat botanici nu zelfs denken dat het misschien handiger is om te besluiten dat het maar één soort gaat.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Spergularia, betekent 'gelijkend op Spergula' en dan rijst de vraag natuurlijk wat het woord Spergula dan betekent. Spergula is de wetenschappelijke naam voor het geslacht spurrie. Het woord Spergula werd in 1500 pas voor het eerste gebruikt en was uiteindelijk afkomstig uit het Grieks want diasperein betekende 'verspreiden' en het vertelt ons iets over de manier waarop deze soort zijn zaadjes verspreidt. Zelfs nu kennen we nog het woord 'diaspora', de verstrooiing of verspreiding van het Joodse volk over de wereld. Het tweede deel, salina, betekent natuurlijk 'zout' in het Latijns. Het oud-Griekse woord halos (uitspraak daarvan is onduidelijk) was de in een ver verleden de oorsprong van dit woord en dat betekende 'zout' of 'zee' en dus zijn die woorden broertjes van elkaar

De zilte schijnspurrie is een zoals zijn naam al aangeeft een zoutminnende plant en is een kosmopoliet van zoute kust- en woestijngebieden. In Nederland komt zij veelvuldig langs het gehele Waddengebied voor, niet alleen op de kusten van de Waddeneilanden, maar ook langs de kusten van het Friese vasteland. In toenemende mate wordt zij ook langs in de winter gepekelde wegen aangetroffen. Geef deze plant een kans en hij grijpt 'm met zijn kleine penwortel aan.

De spurries worden gezien als vergiftig, maar voor de schijnspurries is de literatuur gelukkig wat milder. De zilte schijnspurrie werd van oudsher ingezet bij allerlei blaasaandoeningen. Het bevat een aromatische harsachtige stof die zou kunnen werken tegen nierstenen en chronische blaasontsteking.

In tijden van extreme schaarste werden de zaden van de zilte schijnspurrie geoogst, gedroogd en vermalen om vervolgens met normaal meel tot brood te worden gebakken. Omdat de zaadjes maar miniem zijn moest de nood wel erg hoog zijn om van deze plant gebruik te maken.