Suikerwier

Suikerwier (Saccharina latissima) heeft de toekomst en gebruikt het verleden om te groeien. Suikerwier behoort tot de grote familie der bruinwieren (Laminariaceae) en komt voor in de noordelijke Atlantische Oceaan, vanaf de koude Barentszzee tot de noordelijke kusten van de Spaanse regio Galiciƫ. In Nederland is hij plaatselijk vrij algemeen in de wateren van de Oosterschelde, in het Marsdiep bij Texel en onder Terschelling.

Suikerwier is geelbruin tot bruin van kleur en kan tot behoorlijke afmetingen uitgroeien. Het wier kan zo’n vijf meter lang worden en dan een breedte bereiken van twintig centimeter. Aan de zijkanten is suikerwier dunner en golvend om zich beter met de stroming van eb en vloed mee te kunnen laten voeren. Hij verankert zich aan rotsen of een andere stevige ondergrond.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Saccharina, betekent ‘als suiker’ of ‘lijkt op suiker’ en het woord is terug te voeren tot het Latijnse woord saccharon (‘suiker’) en dat zelf weer het Griekse woord sakkharon (‘suiker’) als bron heeft. Mocht u zich afvragen of de afstamming daar eindigt dan is het antwoord: nee. In het Sanskriet, de oeroude Indische taal, betekende sarkara zoiets als ‘grind’ of ‘gruis’. Het tweede deel, lattissima, is Latijns waar latus ‘breed’ betekent en latissimus ‘breedtste’ of ‘de meest brede’.
[Foto: NOAA Foto Library]
De vraag is natuurlijk waaraan het suikerwier zowel zijn Nederlandse naam als zijn wetenschappelijke naam te danken heeft. Welnu: wanneer de plant door een sterke stroming losslaat, aanspoelt op het strand en vervolgens opdroogt, verschijnt op het wier een wit laagje. Chemisch onderzoek heeft aangetoond dat dit de zoetstof mannitol is. Mannitol is een suikeralcohol ofwel een polyol met een zoetkracht van 0.7 keer die van suiker uit suikerbiet of suikerriet. Het is dus beslist geen synthetische zoetstof, maar is puur natuur.

De industriƫle revolutie heeft ons, behalve veel voorspoed, ook veel afvalstoffen nagelaten. Een van die afvalstoffen is fosfaat dat in het verleden in grote hoeveelheden in wasmiddelen werd gebruikt en leidde tot een bijna onstuitbare algengroei in het oppervlaktewater. Na invoering van fosfaatvrije wasmiddelen is de hoeveelheid fosfaten in het oppervlaktewater verminderd. Moderne vaatwastabletten bevatten vaak wel weer fosfaat, waardoor het fosfaatgebruik sluipenderwijs zijn weg terug heeft gevonden naar het huishouden. Zucht. De voorraad fosfaat is echter niet oneindig en dus zou een Nederlandse oplossing erg handig zijn. Het suikerwier - ook een alge - gebruikt echter fosfaat om te groeien en bevat tevens veel voor de mens nuttige eiwitten. Daarom zijn onderzoekers druk doende om te kijken of de teelt van suikerwier in zeeboerderijen commercieel haalbaar zou kunnen zijn.