Engels gras

Engels gras (Armeria maritima) komt voor op zo'n beetje alle kusten van het noordelijk halfrond en toch noemen we hem hier Engels gras. De plant behoort echter ook niet tot de grassen, al lijken de bladeren wel iets op die van gras. Dus besloten Heimans, Heinsius en Thijsse's in hun geïllustreerde flora van Nederland (1899) de plant maar strandkruid te noemen, maar die naam is nauwelijks blijven hangen.
In Engeland zelf noemen ze hem thrift ('bloeien' of 'gedijen'), sea thrift of de sea pink ('zee roze').

Engels gras is een zoutminnende plant die zich perfect thuisvoelt in een ietwat brak milieu. Dat betekent dat deze soort aangetroffen kan worden langs de vaderlandse kusten en op de Waddeneilanden. Ook op de kusten van het steeds zoetere IJsselmeer weet hij moedig stand te houden. Engels gras heeft bovendien een hoge tolerantie voor koper, lood en zink. Dat verklaart zijn voorkomen in bijvoorbeeld Limburg, waar de bodem door mijnbouw plaatselijk ernstig vervuild is.

Afhankelijk van de omstandigheden wordt Engels gras van vijf tot 50 centimeter hoog. De soort bloeit van het begin van de zomer tot de herfst met (meestal) roze bloemen. Incidenteel verrast Engels gras ons door zich aan de wereld te vertonen met witte, rode of paarse bloemen. De bladeren zijn 1 tot 5 millimeter breed. De vrucht is een driekleppig doosvruchtje. De zaden worden door de wind verspreid, wat een doelmatige methode is omdat het aan de kust vrijwel altijd waait.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Armeria, is volgens iedereen afgeleid van een oude Latijnse naam voor Dianthus, een plant waar Engels gras op lijkt en waar de anjer (Dianthus caryophyllus) de meest bekende is. Maar wat betekent Armeria dan, want die vraag wordt door niemand beantwoord. Armeria is afgeleid van het Latijnse arma, wat meestal 'wapen' (denk: army of Armada) betekent, maar soms ook 'samenvoegen'. De soort groeit in kluiten. Het tweede deel, maritima, is te herleiden tot mare ('zee').

Steeds verder naar het zuiden zien biologen steeds andere ondersoorten, al kan dat uiteraard ook simpelweg de dezelfde soort zijn die zich aangepast heeft aan de warmere omstandigheden. Hij schijnt het ook goed te doen in rotstuintjes en de commercie heeft natuurlijk alweer speciale cultivars weten te kweken. Die zullen ongetwijfeld ontsnappen en de natuurlijke populatie besmetten.

En die natuurlijke populatie staat al zo onder druk. De plant is weliswaar nog vrij algemeen op de Waddeneilanden, maar is al vrij zeldzaam langs de rest van de Nederlandse kust, in het Zeeuwse deltagebied en op de Hondsbossche Zeewering. Langs de IJsselmeerkust is Engels gras nog een stuk zeldzamer. Soms vind je hem nog in gepekelde bermen van autosnelwegen. De reden van de achteruitgang is bemesting.

De hele familie waartoe Engels gras behoort bevat een stofje met de naam plumbagine (5-hydroxy-2-methyl-1,4-naphthoquinone). Plumbagine lijkt mogelijk werkzaam te zijn bij de behandeling van diverse soorten kanker[1][2].

Met andere woorden: we moeten zuinig zijn op ons Engels gras (of strandkruid).

[1] Roy: Plumbagin: A Potential Anti-cancer Compound in Mini reviews in Medicinal Chemistry – 2021.
[2] Panichayupakaranant, Ahmad: Plumbagin and Its Role in Chronic Diseases in Advances in Experimental Medicine and Biology – 2016. Zie hier.