Bier wordt gemaakt van water, mout en hop. Hop wordt aan bier toegevoegd om de gewenste bitterheid te krijgen. Toch zijn er tijden geweest dat er geen hop gebruikt werd, maar gagel. Gagel is al vanaf de tiende eeuw in de bierbrouwerij in gebruik geweest. De autoriteiten verboden het bier uiteindelijk in het begin van de achttiende eeuw omdat bleek dat mensen er agressief van werden. Toen ook al. Toch blijft de traditie hardnekkig en bestaan er zelfs in ons land nog een paar biertjes, die gebitterd zijn met gagel. Een prijswinnend en zeer smaakvol exemplaar is Scelling Gagel, dat gebrouwen wordt op Terschelling.
Zowel blad als stengels van gagel hebben klieren, die een heerlijk ruikend harsachtige aroma verspreiden. Men gebruikte daarom het blad en de takken om muggen te verdrijven. Bovendien bleek de plant goed te werken bij het ontwormen van mensen en dieren. Dat wormen niet blij waren met gagelthee betekent natuurlijk al dat de gagel ook ietwat giftig moet zijn. De bladeren bevatten een aantal aromatische oliën, waaronder linoleen dat ook in citrusvruchten voorkomt. Maar ze bevatten ook een pineen en twee vormen cadinenen. Die laatsten zijn dus giftig en zelfs roesopwekkend. De bladeren zijn vruchtafdrijvend (ze veroorzaken een abortus), stimuleren menstruatie en hebben een pijnstillende werking bij kiespijn. Voorts werd de plant vroeger gebruikt bij het leerlooien en de gele bloemknoppen werden als verfstof gebruikt.
Omdat het verspreidingsgebied van de gagel vrijwel beperkt is tot Nederland werd hij zelfs in het buitenland de Myrthus Branbantinus (Brabantse myrte) of Drentse thee genoemd.