Rode ogentroost

De rode ogentroost (Euphrasia odontotes) is een halfparasiet, die wel bladgroen bezit, maar ook met zijn zuigwortels water en zouten aan de wortels van kruiden en grassen onttrekt. Het is een in Nederland zeer zeldzame beschermde eenjarige plant. De rode ogentroost heeft violette buisvormige bloemen met een gele keelvlek en paarsige aderen in de boven- en onderlip.
[Foto: Wilde planten op Texel]
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Euphrasia, vernoemt één van de Griekse Gratiën. Dat waren zusjes en dochters van Zeus met de namen Euphrosyne (‘blijheid’), Aglaea (‘glans’) en Thalia (‘bloei’). De naam Euphrosyne komt weer van het oudere euphrosynos dat zoiets als ’blijdschap’ betekende. Het tweede deel, odontites, heeft te maken met tanden (het Griekse woord οδουτο betekent 'tand' en het verwijst naar het gebruik van de rode ogentroost bij tandontstekingen.

De stengels van de bloeiende ogentroosten zouden ontstekingsremmende en bacterieremmende, samentrekkende en verzachtende stoffen bevatten. Die stoffen zouden vooral werkzaam zijn op de tere huid rond de ogen en de slijmvliezen. Daarom werd de plant al vanaf de Middeleeuwen door lichtgelovige mensen gebruikt voor kompressen en als oogwater bij geïrriteerde en branderige ogen.

Dat juist in de duistere 14de eeuw de rode ogentroost plots in de medische schijnwerpers kwam had te maken met de zogenaamde signatuurleer. Volgens dat bijgeloof dacht men dat bepaalde uiterlijke kenmerken van een plant, die leken op delen van het menselijk lichaam, aanwijzingen gaven dat ze voor de behandeling van klachten van precies dat deel gebruikt konden worden. De rode ogentroost had paarsige aderen op de bloembladeren en een afkooksel van de plant met rode wijn zou tandpijn doen stoppen.

In de rode ogentroost worden in kleine hoeveelheden inderdaad enkele werkzame stoffen aangetroffen, zoals de iridoïde glycosiden aucuboside (aucubine) en ixoroside. Beiden werken in lichte mate ontstekingsremmend omdat ze bedoeld zijn als verdediging tegen vraatschade en plagen. Voor mensen smaken deze stoffen behoorlijk bitter.

Er zijn ondertussen wat wetenschappelijke onderzoeken verricht om te kijken of de rode ogentroost mogelijk toch werkzaam was bij tandproblemen. Uit niets bleek enige werkzaamheid en ga er dus maar van uit dat het volslagen nutteloos is als potentieel medicijn.

Zelf denk ik dat een prachtige plantje juist gebaat is bij een bewezen onwerkzaamheid. Nu kunnen we gelukkig genieten van een veld vol rode ogentroost op Texel zonder dat we de neiging hebben om de bloemen te plukken.