Sneeuwbes

De sneeuwbes is een struik tot ongeveer twee meter hoog en komt tegenwoordig op Vlieland veel voor. Van oorsprong komt de sneeuwbes (Symphoricarpos albus) uit Noord-Amerika. De plant werd in 1817 als sierplant (of liever sierstruik) in Engeland ingevoerd en heeft van daaruit langzaam maar zeker West-Europa veroverd. Ondertussen blijkt hij zich hier zo goed thuis te voelen dat hij ook op flink wat plaatsen verwilderd is aangetroffen. Dat is mede te danken aan het feit dat hij nauwelijks eisen stelt aan de grondsoort. De sneeuwbes kan zich zo enthousiast uitbreiden dat hij een dicht struikgewas kan vormen. Het is niet echt een struik die je in de ongerepte Vlielandse natuur z'n gang zou willen laten gaan. Vanaf juni verschijnen de nauwelijks opvallende bloemen. Pas wanneer de meeste struiken hun bladeren kwijt zijn geraakt, vallen de trosjes met sneeuwwitte bessen op.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Symphoricarpos, is een combinatiewoord uit het Grieks van de woorden symphorein en karpon. Symphorein is zelf ook weer zo'n combiwoord want syn is 'samen' en phorein is 'dragend'. Het tweede deel, carpos, is afkomstig van het Griekse woord karpon en daarmee duidden de Oude Grieken 'fruit' of 'vrucht' aan. Samen vertelt het dus iets over het groepsgewijs voorkomen van de besjes. Het Latijnse albus betekent natuurlijk ‘wit.

De witte bessen en de wortels bevatten saponinen. Dat zijn zeepachtige stofjes, die in tijden van oorlog of schaarste zelfs als zeepvervanger (sapo betekent 'zeep') werden ingezet. De waskracht valt echter behoorlijk tegen. Het saponine van de sneeuwbes bestaat, onder andere, uit een alkaloïde met de naam chelidonine. Alkaloïden kunnen behoorlijk giftig zijn en deze maakt daarop geen uitzondering. Deze specifieke alkaloïde vernietigt bijvoorbeeld de rode bloedcellen. Het per ongeluk inslikken van een of meerdere sneeuwbessen kan leiden tot milde symptomen van misselijkheid, duizeligheid en een lichte vorm van slaperigheid bij kinderen. Het risico van een ernstige vergiftiging lijkt niet al te groot doordat de eventuele opgegeten bessen weer worden uitgespuugd door het overgeven. Bovendien hebben die saponinen als kenmerk dat ze een scherpe, bittere en dus onaangename smaak hebben. Maar je zou je buitenspelende kinderen wel moeten waarschuwen dat die zo leuk uitziende bessen toch echt giftig zijn.

Diezelfde giftigheid kan ook in dit geval weer gebruikt worden voor geneeskrachtige doeleinden. In Noord-Amerika gebruikten sommige Indianenstammen de bladeren van de plant als een smeerseltje om wonden te ontsmetten. Anderen maakten er thee van en dronken dat driemaals daags om geslachtsziekten te bestrijden. Wetenschappelijk onderzoek heeft ondertussen uitgewezen dat bepaalde stofjes in de sneeuwbes inderdaad een schimmelwerende werking hebben.