Duinviooltje

Hij ziet er zo teer uit, het duinviooltje (Viola curtisii), maar het is een taaie snuiter. Het duinviooltje is een kleine overblijvende plant met een dunne wortelstok, die echter veel dieper reikt dan met van zo'n teer aandoend plantje zou verwachten want hij wortelt tot wel een meter diep. Het is een beproefde overlevingsstrategie in een ondergrond waar zoet water schaars is. De bloemen variƫren van violet, lichtblauw, wit en geel.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Viola, heeft nogal wat omzwervingen gemaakt. Met het Latijnse woord viola werd inderdaad het violetkleurige viooltje bedoeld, maar de nog oudere Griekse tegenhanger van het woord was ion dat via een andere omweg bij ons terug is gekomen als jodium. Als je jodium verwarmd geeft het een violetkleurige damp af. Eerst was er dus de kleur en de bloem kreeg daarna de naam van de kleur. Het tweede deel, curtisii, eert de Engelse botanicus Charles Curtis (1853-1928). Hij werd door zijn opdrachtgevers, de Veitch Nurseries, uitgezonden naar verre oorden als Madagaskar en Indonesiƫ om daar nieuwe planten te zoeken om deze in de kassen van Veitch te vermeerderen.

Het duinviooltje is een kustplant met een areaal dat beperkt is tot de kusten van het Kanaal, de Noordzee en de Oostzee. Het meest algemeen is zij op de Waddeneilanden waar het duinviooltje het uitbundigst groeit op zonnige op het zuiden gerichte hellingen. Toch kan het ook worden aangetroffen in wat hoger gelegen duinpannetjes waar nog wat verstuiving plaatsvindt. Op Vlieland heeft het duinviooltje een soort samenwerkingsverband gesloten met de konijnen (al heeft het konijn daar zelf nauwelijks weet van). Konijnen woelen de grond bij het graven van hun holen wat om en bemesten de ondergrond met hun keutels. Dat geeft het duinviooltje net dat extra beetje voedsel om zich succesvol te handhaven in de voedselarme duinen.

Het decoratieve duinviooltje is niet alleen een weldaad voor het oog, maar de kleurige bloemblaadjes zijn het ook voor de mond. Ze zijn namelijk eetbaar en kunnen diverse salades kleurrijk versieren. Gekookt als groente smaken ze eigenlijk nergens naar. Zoals men nu nog rozenblaadjes gebruikt om desserts van een delicate smaak te voorzien, deed men dat vroeger met viooltjes ook. Gesuikerde blaadjes gelden in Frankrijk nog steeds als delicatesse. Ze staan daar bekend als violettes de Toulouse. Er bestaan daar zelfs nog wat familiebedrijfjes die ze produceren en verkopen.

Maar hoe heerlijk een bloemblaadje van een duinviooltje ook mag smaken, de plant hoort thuis in de natuur. Hij bestaat ook om een Waddeneiland extra kleur te geven.