Cranberry

Nog niet zo lang geleden dacht het merendeel van de Nederlanders dat de cranberry (Oxycoccus macrocarpon) of grote veenbes alleen op Terschelling groeide, maar bewoners en bezoekers van Vlieland wisten wel beter. Ook op Vlieland groeit de cranberry al jarenlang uitbundig. Op Terschelling wordt een legende verteld over de herkomst van de cranberry op dat eiland. Tijdens een storm in 1845 spoelde er een ton met cranberrybessen aan en de omstandigheden in natte duinvalleien bleken perfect te zijn. Daar kan zeker een kern van waarheid in zitten want cranberry's werden door hun extreem hoge gehalte aan vitamine C door Amerikaanse zeeschepen meegevoerd om de gevreesde scheurbuik te bestrijden.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Oxycoccus is een combinatiewoord van twee woorden van Griekse herkomst: het eerste deel, Oxy, is afkomstig van het Oudgriekse oxys, dat 'scherp' betekent. Het tweede deel, coccus , is terug voeren tot het oude Griekse kokkos, dat 'bes' betekent. Samengevoegd betekent de naam Oxycoccus dus zoiets als 'scherpe (= zuur smakende) bes'. Het tweede deel, macrocarpon, is ook een tweeledig woord dat terug te voeren is tot de Griekse Oudheid. Het eerste deel, macron, is afkomstig van het Oudgriekse woord voor 'groot'. Het tweede deel, carpon, is afkomstig van karpon: daarmee duidden de Oude Grieken 'fruit' of 'vrucht' aan. Samen betekenen beide delen dus 'grote vrucht'. Dit verklaart het duidelijke verschil in grootte tussen de cranberry of grote veenbes en zijn broertje de kleine veenbes (Oxycoccus palustris).

De ontdekking van de cranberry op Terschelling staat op het erelijstje van de ijverige student in de biologie Franciscus Holkema (1840-1870), die in 1868 Terschelling bezocht voor zijn afstudeerscriptie. Hij deed uitgebreid onderzoek naar de unieke en afwijkende plantengroei op de verschillende Waddeneilanden.

De cranberry behoort als plant tot de veel grotere familie van heideachtigen, de Ericaceae. De heideachtigen worden verder onderverdeeld in een aantal geslachten: eentje daarvan is het relatief kleine geslacht van de Vaccinium.

Van de cranberry wordt tegenwoordig geclaimd dat het 'superfruit' is omdat de bes zo rijk is aan allerlei vitamines, mineralen, flavonoïden en antioxidanten. Wetenschappelijk onderzoek lijkt inderdaad aan te tonen dat de cranberry een uniek stofje in zich herbergt: proanthocyanidine. Daarvan is aangetoond dat het de hechting van bepaalde bacteriën in slijmvliezen kan bemoeilijken. Daarom is het drinken van een dagelijks glas cranberrysap aan te bevelen om vervelende urineweginfecties te voorkomen. Maar cranberrysap zou ook helpen bij prostaatproblemen, maagzweren en zelfs hart- en vaatklachten. De cranberry is dus een veelzijdige en gezonde bes. Ikzelf zou zeker een fles heerlijk Vlielands cranberrysap in mijn bagage stoppen.

Bestel mijn boek 'De Cranberry' (via) hier.