Knopherik

De knopherik (Raphanus raphanistrum) staat ook bekend als de wilde radijs. Dat klopt want hij is een wild broertje van de radijs (Raphanus sativus) en hij er soms van beschuldigd de voorvader van de 'getemde' radijs te zijn.
De planten hebben rechtopstaande, een beetje kantige, stengels die zich vertakken, waardoor de plant een bossig uiterlijk heeft. De knopherik heeft een wat blauwgroenig uiterlijk en heeft een behaarde stengel. Deze één- of tweejarige planten bloeien van midden in de zomer tot begin september. De bloemen staan in open trossen en zijn behoorlijk variabel van kleur. Zo zijn er wit tot donkergele varianten, maar ook licht violette, blauwachtige en zelfs paarse varianten.

Na de bloei ontstaat er een zaadcapsule, een wat ingesnoerde hauw of peul, waardoor deze een wortelvormig uiterlijk krijgt. Ze zijn nogal lang met een lange en uitgerekte snavel. Meestal bedraagt het aantal zaden in die hauw drie tot acht. Als de zaden rijp zijn breekt de hauw door tussen de zaden, waardoor er harde delen met daarin een zaadje overblijven.

De knopherik is een kosmopoliet ofwel een cultuurvolger. Dit akkergewas stamt vermoedelijk uit Azië, maar is tegenwoordig inheems in West-Azië, Europa en Noord-Afrika. Zijn verspreiding dankte hij voornamelijk aan het feit dat hij zich kan verschuilen tussen het graan en dat de zaden dus met graankorrels zijn meegevoerd. Datzelfde proces zorgde ervoor dat de knopherik in de rest van de wereld als een vervelend invasief onkruid wordt gezien.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Raphanus, is allereerst uit het Latijn afkomstig, waar raphanus simpelweg 'radijs' betekent. Het woord is verder afgeleid van het Latijnse radix, wat 'wortel' betekent. Het beschrijft de penwortel waarmee deze familie zich gewoonlijk in de bodem boort. Het tweede deel, raphanistrum, heeft dezelfde herkomst als de familienaam. Je zou de wetenschappelijke naam dus kunnen vertalen tot 'de radijs der radijzen' of 'de echte radijs'.

Men claimt dat de hele plant eetbaar is, al zijn de stengels taai en de zaadjes giftig. Met andere woorden: alleen de jonge bladeren van de knopherik zijn geschikt om te consumeren, omdat de oudere bitter worden. Daarvan zijn inderdaad verhalen bekend dat ze als spinazie in gerechten en soepen worden verwerkt. De nog jonge wortels kunnen zacht genoeg zijn om te koken, maar ook hier geldt: hoe ouder, hoe taaier.

In het Waddengebied zie je de knopherik steeds vaker opdoemen. Op de zilte grens van land en zee voelt hij zich kennelijk thuis.