Zeegerst

Op de Waddeneilanden Texel, Terschelling en Schiermonnikoog worden soms exemplaren aangetroffen van zeegerst (Hordeum marinum). Dat woordje 'soms' moet in dit geval echt letterlijk genomen worden want de plant is zo zeldzaam dat hij op de Nederlandse rode lijst van planten is opgenomen. Natuurlijk is het geslacht gerst (Hordeum) het meest bekend om zijn cultuurgewas gerst (Hordeum vulgare), maar in ons land komen ook enkele wilde familieleden voor. Behalve de al genoemde zeegerst zijn dat bijvoorbeeld het kruipertje (Hordeum murinum), veldgerst (Hordeum secalinum) en kwispelgerst (Hordeum jubatum).

Zeegerst is een lage (50 centimeter), zeegroen gekleurde en eenjarige grassoort. De aar is gemiddeld een stuk korter dan andere gerstsoorten en is ten hoogste een centimeter of zes lang. Deze grassoort is een bewoner van een wat zwoeler klimaat en is dus het meest te vinden aan de Noord-Afrikaanse en Zuid-Europese kusten. In Zuidwest-Azië heeft hij zijn wortels gepost in de landinwaarts gelegen zoutsteppen. Toch is zijn meest noordelijke grens bij onze Waddeneilanden te vinden.

Het is een plant die van zilt grasland met een ondergrond van klei houdt en juist dat zijn tegenwoordig problematische gebieden geworden. Na de watersnoodramp van 1953 was men behoorlijk huiverig om het vee te laten weiden in de buitendijkse schorren en juist die begrazing heeft zeegerst nodig. De Deltawerken bleken voor zeegerst ook een behoorlijk hindernis want de dijken werden hoger en onnatuurlijker, zeearmen werden afgesloten en natuurlijke weilanden werden omgezet in intensief benutte cultuurgraslanden. Alles bij elkaar bleek het bijna de doodsteek voor zeegerst.
[Foto: A.J. Brown]
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Hordeum, is simpelweg het Latijnse woord voor 'gerst'. Maar het woord hordeum is tegelijkertijd een broertje van het woord 'horror' want de stam van dát woord, horrere, betekent zoiets als 'trillen (van angst)'. De oervorm van beide woorden is terug te vinden in het Sanskriet waar harsate 'borstelhaar' of 'stoppel' betekent. Het tweede deel, marinum, komt van het Latijnse woord mer, dat 'zee' betekent.

Toch moeten we zuinig zijn op zeegerst want hij zou zomaar bepaalde genen kunnen bezitten, die handig zijn om in de gewone gerst in te bouwen. Met de toenemende verzilting van onze landbouwgronden zou de gewone gerst wel eens in de problemen kunnen komen. Dan kan de zoutminnende zeegerst plotseling wel eens heel nuttig blijken te zijn.

Hier in Nederland is zeegerst dus een zeldzame verschijning, maar in andere landen, zoals de Verenigde Staten en Australië kijkt men wat genuanceerder tegen deze grassoort aan. Hij wordt daar namelijk als een lastige exoot gezien. Misschien moeten we maar eens wat zaadjes gaan importeren.